In onderstaande animatie wordt een detail van een dakaansluiting (plat dak) getoond bij een renovatie met kalkhennepblokken als binnenisolatie.
Meer achtergrond is terug te vinden in de gids "Kalkhennep: ontwerp- en uitvoeringsondersteuning".
Aanvang van kalkhennep en buitenpleister op minimum 30 cm boven maaiveld (TV 257, 2016)
Hout van gebruiksklasse 3 (NBN EN 335, 2013)
Houtbehandeling volgens A3-procédé (STS 04.03, 2009)
Multiplex van klasse 3 (NBN EN 636+A1)
Minimale kalkhennepdekking: 0,5 x dikte stijl + 5 cm
Metalen onderdelen in contact met kalkhennep in RVS
Dampopenheid afgewerkte kalkhennepwand steeds garanderen
Toegepaste pleisters zijn voldoende dampopen, luchtdicht en slagregendicht i.g.v. buitenpleister
Binnenklimaatklasse: I of II (TV 215, 2000)
Gebouw wordt voldoende verwarmd
Metselwerkwand dient ‘droog’ en ‘dampopen’ te zijn
De dragende structuur is stabiliteitstechnisch berekend
Omwille van de luchtdichting wordt een luchtdichte wachtfolie tussen de randbalk en de bestaande metselwerkwand geplaatst en omgeplooid op de dakvloer.
Het dampscherm wordt op de dakvloer aangebracht, verkleefd op de wachtfolie en doorgetrokken tegen de opkant van het platte dak.
Aan de andere zijde wordt de wachtfolie doorgetrokken over de kalkhennepwand en aan een inpleisterbare folie verkleefd, die de luchtdichte aanwerking met de binnenpleister verzekert.
In de langsrichting van de draagstructuur van het dak wordt het dakvak (tussen de gordingen) tegen de metselwerkwand aan de onderzijde voorzien van een houtvezelplaat (zie invoegdetail). Het vak wordt tijdens het plaatsen van de dakvloer opgevuld met daartoe geschikte isolatie.
De kalkhennepblokken worden geplaatst tot op een zekere afstand van de onderzijde van de dakgordingen. De ruimte tussen de kalkhennepblokken en de bestaande muur wordt opgevuld met ter plaatse gestorte kalkhennep, alsook de ruimte tussen de bovenkant van de kalkhennepblokken en de dakvloer. De opvulling achter de blokken gebeurt gelijktijdig met het optrekken van de kalkhennepblokken om een volledige vulling te garanderen.
De kalkhennepblokken worden in het bestaande metselwerk verankerd met daartoe voorziene spouwhaken, minimaal 5 stuks / m².
Verwijder steeds oude verf- en pleisterlagen op het bestaande metselwerk. Zij belemmeren de dampopenheid.
De bestaande metselwerkwand kan aan de binnenzijde ook uitgevlakt worden met bijvoorbeeld een dampopen kalkpleister waarna de blokken rechtstreeks, zonder tussenvulling, tegen de wand geplaatst kunnen worden.
Ga op voorhand na of de voorgeschreven binnenpleister naast voldoende dampopen ook voldoende luchtdicht is voor de gekozen dikte.